Bhumisparsha mudra
Het Boeddhabeeld in bhumisparsha mudra is een van de meest iconische afbeeldingen van de Boeddha en symboliseert een cruciaal moment in zijn spirituele zoektocht: verlichting onder de bodhiboom in Bodh Gaya.
Hier volgt een gedetailleerde beschrijving van deze houding en de betekenissen ervan: 1. Positie van de handen – Bhumisparsha mudra: De Sanskriet term bhumisparsha betekent “de aarde aanraken” (bhumi: aarde, sparsha: aanraken). In deze mudra wordt de Boeddha afgebeeld zittend in meditatie met zijn rechterhand uitgestrekt naar de grond, palm naar binnen gedraaid, en zijn vingers de aarde aanrakend. De linkerhand rust op de knieën, palm naar boven in meditatiehouding. Deze houding symboliseert het moment waarop de Boeddha, gezeten onder de Bodhi boom, de aarde oproept om te getuigen van zijn recht op ontwaken na het overwinnen van de verleidingen en aanvallen van Māra, de demon van illusies. 2.
Lichaamshouding – Asana: De Boeddha wordt over het algemeen afgebeeld zittend in de lotushouding (padmasana), met de benen gekruist en de voeten rustend op tegenoverliggende dijen. Het lichaam is recht en ontspannen en straalt een gevoel van kalmte en stabiliteit uit, wat zijn diepe meditatieve staat weerspiegelt. 3.
Gezichtsuitdrukking: Het gezicht van de Boeddha in debhumisparsha mudra is vaak sereen en vredig, de ogen ofwel volledig gesloten of lichtjes geopend om diepe meditatie en introspectie te symboliseren. Een lichte glimlach kan op zijn lippen verschijnen, wat de staat van innerlijke tevredenheid suggereert na het bereiken van verlichting. 4.
Symboliek van de Bhumisparsha Mudra: Spiritueel ontwaken: Deze mudra symboliseert de verlichting van de Boeddha en markeert het moment waarop hij het Nirvana bereikt. Beroep op de aarde als getuige: De rechterhand die de aarde aanraakt herinnert aan de episode waarin de Boeddha de aarde aanroept om te getuigen van zijn overwinning op Māra. Dit symboliseert zijn vastberadenheid, moed en spirituele rechtschapenheid.
4. Stabiliteit en aarding: De handeling van het aanraken van de aarde roept de verbinding van de Boeddha met de fysieke wereld op, terwijl het laat zien dat zijn geest de wereldse afleidingen overstijgt. 5. Uitbeelding in de kunst: Boeddhabeelden inbhumisparsha mudra komen veel voor in boeddhistische tempels en bedevaartsoorden, vooral in Thailand, Sri Lanka, Birma en Cambodja. Ze staan vaak in heiligdommen of op altaren en symboliseren de overwinning van wijsheid op illusie, van licht op duisternis. 6.
Stijl en materialen: standbeelden kunnen worden gemaakt van verschillende materialen zoals steen, brons, goud of zelfs kostbaar hout.
Ze variëren in grootte, van kleine draagbare beeldjes tot enorme monumentale voorstellingen in tempels. De details verschillen per traditie en regio, maar de essentiële elementen – de zittende houding, de hand die de grond aanraakt en het serene gezicht – blijven constant. 7. Historische context: Deze episode uit het leven van de godheid is de geschiedenis van de mens.
Historische context: Deze episode uit het leven van de Boeddha speelt zich af vlak voor zijn verlichting. Nadat hij de hele nacht onder de Bodhiboom had gemediteerd en alle verleidingen van Māra had overwonnen, bereikte hij uiteindelijk bij zonsopgang het nirvana.
De aarde wordt aangeroepen om zijn verdienste te bevestigen, waardoor Māra en zijn legers op de vlucht slaan. 8. Betekenis voor spirituele beoefening: Debhumisparsha mudra wordt vaak gebruikt om beoefenaars te inspireren om te volharden op het spirituele pad, om gegrond en vastbesloten te blijven ondanks externe afleidingen en uitdagingen. Het is een houding van ‘resolutie’ en ‘overwinning’, die toegewijden aanmoedigt zich te herinneren dat wijsheid en oprechte beoefening leiden tot verlichting. Het Boeddhabeeld in bhumisparsha mudra is een krachtig symbool van spiritueel ontwaken, van overwinning op de illusies van de wereld en van de onderlinge verbondenheid tussen geest en aarde. Het herinnert aan een centraal moment in het leven van de Boeddha en inspireert tot volharding en diepe meditatie.